,,Ik heb zo een date”, zei ik breed lachend tegen mijn bebaarde literaire vriend Xavier R. ,,Dus ik blijf maar even.” We zaten aan een klein grijs tafeltje in een leeg bruin café. Toen hij me guitig vroeg met wie, viel er plots een pijnlijke stilte. We deelden een ongemakkelijke glimlach en Xavier grinnikte met de wijsheid van een aantal jaren meer ervaring in het spel: ,,Ach, het is een vrije meid. Zo gaan die dingen.”
We hadden allebei een afspraakje geregeld met dezelfde vrouw met een vooruitzicht op meer dan alleen een gezellig drankje.
Niet heel verrassend; in Leiden doet iedereen het met elkaar. Aan de incestueuze sfeer van studentenverenigingen en andere dichtgetimmerde clubjes valt niet te ontsnappen. Daar zijn simpelweg te weinig leuke kroegen of danstenten voor.
Je kunt maar zo vaak beschonken samen paaldansen in de Odessa, zoenen in de Mas y Mas of hand in hand lopen over de Hooglandse Kerkgracht, voordat iedereen die je kent het weet. Je hoort van vrienden of vijanden, wie je allemaal voorgingen en je kunt meestal met je eigen ogen zien wie je opvolgt.
Leiden is echt te klein. Het is de keerzijde van dat gezellige ‘ons-kent-ons’-gevoel waar mensen buiten Leiden altijd zo lyrisch over zijn.
Anonimiteit bestaat gewoon niet in Leiden: je ontkomt aan niemand. Aan scharrelende ex-vriendinnen bijvoorbeeld. Zelfs niet in je eigen stamcafé, waar zij altijd een hekel aan hadden. En wie kan het ze kwalijk nemen, in één avond heb je al snel de leukste kroegen gehad. Of alle mannen van je studentenvereniging, dus je moet wel je gewoontes veranderen. ,,Zo gaan die dingen.”
Of ben je op een willekeurige avond in de Einstein een meisje aan het versieren, staan er met wat geluk drie bekenden van jou naast. Met minder geluk haar twee vriendinnen, cordialgenoten, studiegenoten of huisgenoten waarmee je de afgelopen week mee naar huis bent geweest. ,,Zo gaan die dingen.”
Denk je heel naïef je slechte date van de avond ervoor mooi twee weken te negeren en het hele fiasco rustig te kunnen laten doodbloeden, duikt ze lachend op in de supermarkt. Of jij het ‘ook zo gezellig vond’ en dat ze je ‘snel weer wilt zien.’ Soms is het pijnlijk hoe klein Leiden is.
,,I don’t kiss and tell”, schreef Xavier een kleine week later in een sms. Ik lachte, ik wist genoeg. Er is geen ontsnappen aan, tenzij je de stad verlaat. Maar dat doe je niet, want dit hoort erbij, bij Leiden. ,,Zo gaan die dingen.”